Eerst een financieel stootkussen aanleggen om je zorgen weg te nemen. En dan je geld weggeven, tijd kopen en ervaringen kopen. Dat is volgens hoogleraar en geluksexpert Ap Dijksterhuis het recept om gelukkig te worden van geld. Een goed gesprek over geld, geluk en het evenwicht vinden tussen het najagen van beide.
“Het is wellicht beter om te stellen dat elke inkomensgroep gemiddeld een stukje gelukkiger is dan de inkomensgroep eronder”, vertelt Ap Dijksterhuis. “Maar het klopt ook dat er geen perfect rechtlijnige relatie is tussen geld en geluk, zeker als je kijkt naar de extremen. Voor mensen die erg arm zijn (bijvoorbeeld mensen die de energierekening, dokter en school niet kunnen betalen) kan 50.000 euro flink bijdragen aan het geluk. Voor mensen die heel rijk zijn, draagt datzelfde bedrag helemaal niet of nauwelijks meer bij tot hun gelukservaring. Recent onderzoek suggereert dat in West-Europa het geluksniveau min of meer plafonneert bij een bruto-inkomen van 100.000 euro per gezinslid (grofweg 8.300 euro per maand). Voor een gezin met twee volwassenen en twee kinderen komt dit neer op ongeveer 400.000 euro per jaar.”
“Het eerste wat je best doet is je zorgen wegnemen. Dat doe je door een buffer aan te leggen zodat je niet in paniek hoeft te raken bij een tegenslag. Denk aan de wasmachine die stuk gaat. Of denk aan een buffer voor als je kinderen gaan studeren, of je straks met pensioen gaat. Kortom, zet eerst geld opzij zodat je met gemoedsrust door het leven kan”, geeft hij aan. “Wat je met de rest van je geld doet om gelukkig te worden is vrij simpel: weggeven, tijd kopen en ervaringen kopen.”
“Er is geen betere manier om gelukkig te worden dan je geld aan andere mensen te geven”, beaamt Ap Dijksterhuis. “Er zijn al verschillende onderzoeken geweest die aantonen dat geld spenderen aan anderen gelukkiger maakt dan het zelf te spenderen. Geef je aan een groep individuen 20 euro waarmee ze zichzelf mogen verwennen, en geef je aan 100 individuen 20 euro waarmee ze iets voor iemand anders mogen kopen? Dan zal de tweede groep een hoger geluksgevoel rapporteren dan de eerste groep”, stipt hij aan.
“Daarbij is het belangrijk om te vermelden dat zo’n gelukservaring niet beperkt is tot het geven van geld of cadeaus. Andere vormen van vrijgevigheid, zoals vrijwilligerswerk of het investeren van tijd in een diepgaand gesprek met een vriend die het moeilijk heeft, kunnen net zo goed of zelfs meer geluk brengen. Het gaat dan om het tonen van empathie, zorg en verbondenheid met anderen, wat op zijn beurt bijdraagt aan ons eigen welzijn en geluksgevoel.”
“Tijd kopen betekent dat je niet langer dingen doet die je niet leuk vindt, maar iemand anders betaalt om het voor jou te doen. Het beste voorbeeld is misschien een poetshulp”, geeft Ap Dijksterhuis mee. “Op die manier kan je je energie en tijd besteden aan activiteiten die je plezier en voldoening geven, zoals hobby's, tijd doorbrengen met familie en vrienden of je richten op je carrière. Een tuinman, boodschappen aan huis leveren of een oppas zijn andere voorbeelden van tijd kopen. Dit kan uiteindelijk bijdragen aan meer geluk (en misschien zelfs minder wrijvingen in je relatie als de ene vindt dat de andere te weinig in het huishouden doet), omdat je je kan concentreren op de dingen die er voor jou echt toe doen.”
“Ervaringen - zoals reizen of momenten met vrienden - zorgen voor herinneringen die op lange termijn geluk kunnen bevorderen, terwijl het geluksniveau van materiële aankopen na verloop van tijd vaak afneemt door gewenning”, vertelt Ap Dijksterhuis. “Ervaringen, zoals samen reizen of concerten bijwonen, kunnen je dichter bij vrienden en familie brengen en gedeelde herinneringen creëren. Materiële bezittingen hebben meestal niet hetzelfde vermogen om sociale verbindingen te versterken. Door nieuwe ervaringen op te doen, leer je ook over jezelf, andere culturen en de wereld om je heen. Dit kan leiden tot persoonlijke groei en zelfontplooiing, terwijl materiële bezittingen doorgaans minder kansen bieden voor zelfontwikkeling. Met spullen kom je ook in de verleiding om te gaan vergelijken: er is altijd wel iemand met een grotere tv, mooiere auto of hippere schoenen.”
“Hoewel geld of sparen op zichzelf niet de enige factoren zijn die geluk bepalen, zijn er enkele manieren waarop sparen kan leiden tot een verhoogd gevoel van geluk. Sparen helpt uiteraard bij het creëren van financiële zekerheid en het opbouwen van een buffer voor onvoorziene omstandigheden. Dit gaat opnieuw over het wegnemen van zorgen en onrust. Door te sparen kunnen mensen dus hun zorgen verminderen en onrust voorkomen. En minder zorgen over geld kan bijdragen aan een groter gevoel van geluk en tevredenheid”, vertelt hij.
“Sparen om te sparen lijkt me weinig zinvol”, geeft Ap Dijksterhuis aan. “Sparen kan je het best doen door er een bepaald doel aan te koppelen. Want net dat motiveert ook om te sparen. Het kan veel moeilijker zijn voor mensen om elke maand 100 euro opzij te zetten als er geen concreet doel aan gekoppeld is. Als je er een concreet doel aan koppelt (een droomreis, een sabbatjaar, …) dan ben je ook meer gemotiveerd.”
“Er kan inderdaad een verschil zijn bij het geven van een cadeau versus het geven van een envelop met geld, zowel voor de gever als de ontvanger. Dit verschil kan echter variëren van de context. Het zorgvuldig uitkiezen van een cadeau kan de gever een gevoel van voldoening en verbondenheid met de ontvanger geven. Een envelop met geld geven kan ook bevredigend zijn, vooral als de gever weet dat de ontvanger het geld op prijs stelt en kan gebruiken voor iets dat ze echt nodig heeft of wenst”, geeft hij aan. “Een cadeau dat aansluit bij de interesses en behoeften van de ontvanger kan sterke positieve emoties opwekken, zoals verbondenheid met de gever. Dit kan leiden tot een groter gevoel van geluk bij het ontvangen van het cadeau. Een envelop met geld kan ook geluk opleveren bij de ontvanger, vooral als het helpt bij het verlichten van financiële stress of het mogelijk maken van een gewenste aankoop.”
“Het verschil in gelukservaring zit echter vooral in het directe contact en de mogelijkheid om de reactie of impact op de ander te zien. Neem bijvoorbeeld een gift aan een goed doel. 20 euro doneren ‘tegen armoede in Zuid-Soedan’ kan zeker een gevoel van geluk opleveren. Echter, het geven van diezelfde 20 euro met een specifiek doel, zoals het voorzien van een matras voor een bepaalde jongen in Zuid-Soedan zodat hij niet op de grond hoeft te slapen, leidt tot een intenser gevoel van geluk. Zeker als je die matras ter plaatse aan die jongen geeft.”
“Het is belangrijk om geld niet als een doel op zich te zien, maar als een middel dat kan bijdragen tot geluk. Geld kan zorgen wegnemen en kan, indien verstandig besteed (bijvoorbeeld door het weg te geven, tijd te kopen of ervaringen te kopen), bijdragen aan geluk. Materialisme en het obsessief najagen van geld kan dan weer leiden tot ongeluk: mensen die sterk gericht zijn op het vergaren van geld, zijn doorgaans minder gelukkig dan mensen voor wie geld minder belangrijk is. De Griekse reder Onassis gaf ooit het advies om geld niet achterna te lopen, maar het tegemoet te lopen. Hoewel hij niet precies uitlegde hoe dit te doen, illustreert dit wel het evenwicht waar je naartoe kan streven”, lacht Ap Dijksterhuis.
“Het is moeilijk om daar duidelijke scheidingslijnen in te trekken, want individueel kunnen er ook verschillen zijn. Wel is het zo dat verschillende generaties opgegroeid zijn in verschillende sociaaleconomische en culturele contexten, wat invloed heeft op hun perceptie van geld en geluk. Bovendien evolueert de rol van geld ook mee met de generaties”, vertelt Ap Dijksterhuis. “Toen ik jong was (in de jaren 1980), wilde ‘iedereen’ een vaste en voltijdse baan. Want dan kon je een hypotheek krijgen en een huis kopen. Vandaag vinden veel jongeren het oké om minder uren te kloppen en een extra vrije dag te hebben. Babyboomers (geboren tussen 1945-1960) groeiden op tijdens een periode van economische groei en stabiliteit. Ze konden over het algemeen een huis kopen, een stabiele baan vinden en genieten van een redelijk zeker pensioen. Voor hen wordt geld vaak geassocieerd met zekerheid en succes, en dit kan bijdragen aan hun gevoel van geluk. Millennials (geboren tussen 1980-1995) zijn dan weer opgegroeid in een tijd van snelle technologische veranderingen en economische onzekerheid. Ze worden geconfronteerd met zaken als hoge studieschulden, een competitieve arbeidsmarkt en stijgende woonkosten. Millennials hechten vaak meer waarde aan ervaringen, flexibiliteit en een goede balans tussen werk en privéleven dan aan materieel bezit. Voor hen kan geluk meer te maken hebben met persoonlijke groei, relaties en het nastreven van passies dan met financiële welvaart.”
“De waarden en overtuigingen rond geld die mensen van hun ouders of verzorgers leerden, kunnen invloed hebben op hun perceptie van geld en geluk. Als iemand bijvoorbeeld is opgevoed met het idee dat materiële bezittingen (niet) belangrijk zijn voor succes, kan dit invloed hebben op hoe ze later geluk (niet) vinden”, geeft hij aan. “Een gedegen financiële opvoeding kan mensen helpen effectief geld te beheren en financiële problemen, zoals schulden en geldzorgen, te voorkomen. Financiële stabiliteit en het vermogen om met geld om te gaan, kunnen in die zin bijdragen aan een gevoel van veiligheid en geluk. Kortom, financiële opvoeding speelt zeker een rol in de perceptie van geld en geluk. Door een solide financiële basis te leggen en gezonde waarden en gewoonten rond geld te ontwikkelen, kunnen mensen beter in staat zijn om weloverwogen beslissingen te nemen die bijdragen aan hun algeheel geluk.”
“Ik weet niet of het nastreven op zich gelukkig maakt. Maar mensen die financieel onafhankelijk zijn, zullen wel gelukkiger zijn”, vertelt Ap Dijksterhuis. “Financieel onafhankelijke mensen hoeven zich minder zorgen te maken over geld en kunnen daardoor minder financiële stress ervaren. Dit kan leiden tot een groter gevoel van geluk en gemoedsrust. Financiële onafhankelijkheid geeft ook meer vrijheid om wegen in te slaan die je gelukkiger maken, zoals het veranderen van carrière, minder werken of meer tijd besteden aan hobby's en relaties. Daarnaast kan het ook bijdragen aan een gevoel van autonomie en zelfvertrouwen, wat ook positief is voor het geluk.”
“Ik hou me zo veel mogelijk aan de lessen die de wetenschap me geleerd heeft. Ik geef vaak weg aan goede doelen. Om de twee weken komt er een poetshulp op dinsdag langs. En ik probeer de dingen te doen die ik het allerleukst vind om te doen: reizen en avonturen maken. Ik werk ondertussen nog maar één dag per week op de universiteit, en besteed nu vooral tijd aan schrijven. Het verdient minder, maar die balans maakt me wel gelukkiger”, glimlacht hij.
Ap Dijksterhuis is schrijver, spreker, psycholoog, hoogleraar en ondernemer. Als student moest hij kiezen tussen een carrière in de wetenschap en een loopbaan als schrijver. Hij koos voor de wetenschap, maar gelukkig kroop het bloed ook waar het niet gaan kan. En begon hij alsnog boeken te schrijven, zoals Maakt geld gelukkig?, Een ongemakkelijk antwoord en Op naar geluk, de psychologie van een goed leven.
Heb je een vraag voor ons? We bellen je graag op een ogenblik dat het je uitkomt.
Maak een afspraak