woning-afbetaald-wat-nu.jpg

juni 2021

Woning afbetaald: wat nu met je geld?

Is je woning afbetaald of gebeurt dat een van de komende jaren? Dan kan het nuttig zijn om al even na te denken over de volgende stap. 4 mogelijkheden op een rij, met de belangrijkste voordelen, nadelen en aandachtspunten.

De afbetaling van de eigen woning neemt elke maand een grote hap uit het gezinsbudget. Volgens cijfers van BNP Paribas Fortis, de Belgische marktleider in hypothecaire kredieten, gaat het gemiddeld om 833 euro per maand gedurende 19 jaar.

Hoewel het voor jongere generaties (met steeds langere hypotheken) nog niet aan de orde is, kan het voor vijftigers en zestigers wel al zinvol zijn om te kijken wat de volgende stap kan zijn. Eenmaal de hypotheek is afgelost, kan het financieel plaatje er drastisch anders uitzien.

Wat kan je dan met dat geld doen? Enkele mogelijke oplossingen:

Sparen

Je geld sparen is de meest defensieve oplossing. Op zowel gereglementeerde als niet-gereglementeerde rekeningen geniet je spaargeld bescherming tot 100.000 euro per persoon en per bank. Bovendien ben je zeker van een minimumrendement op een gereglementeerde rekening. Sparen is daarom de veiligste keuze als je een appeltje voor de dorst wil of later een van je dromen wil verwezenlijken.

Sparen hoeft ook niets te kosten: een rekening openen en beheren is gratis bij sommige banken (zoals bij NIBC), en rente uit spaargeld is in 2021 tot 980 euro per persoon vrijgesteld van belastingen, als dat geld op een gereglementeerde rekening staat. Spaargeld is ook niet blootgesteld aan de grillen van de beurs, is onmiddellijk beschikbaar en is meer liquide dan vastgoed.

Sparen blijft hoe dan ook een robuuste keuze voor het fundament van je vermogen. Daarnaast is het ook slim om het andere deel van je vermogen te diversifiëren, bijvoorbeeld over vastgoed en/of beleggingen.

Investeren in extra vastgoed

Ongeveer zeven op de tien Belgische gezinnen woont in een eigen huis of appartement, blijkt uit cijfers van de Nationale Bank van België. En bijna één op vijf heeft zelfs meer dan één stuk vastgoed, om zelf te gebruiken of om te verhuren. Dat kan een woning zijn, maar ook een garage of studentenkot. Belgen hebben een baksteen in de maag, en daar lijkt geen enkele crisis of virus tegen opgewassen.

Als Belgen investeren in extra vastgoed doen ze dat vooral in residentieel vastgoed. Dit is de markt die we zelf het best kennen en waarover we makkelijk onafhankelijk advies en informatie kunnen inwinnen. Wil je investeren in commercieel vastgoed zoals kantoren, hotelkamers, kmo-units … dan laat je je best goed begeleiden door een expert.

Met een vastgoedinvestering kan je zowel mikken op een waardeverhoging op lange termijn, als op het genereren van een regelmatig extra inkomen via de huuropbrengsten. De gunstige fiscaliteit voor huurinkomsten is dan ook een groot pluspunt voor wie in vastgoed investeert om te verhuren: in België word je namelijk niet belast op de werkelijke huurinkomsten als de huurder de woning niet gebruikt voor beroepsdoeleinden, maar op basis van het geïndexeerd kadastraal inkomen. Voor niet-particulier gebruik wordt het geïndexeerd kadastraal inkomen gebruikt om de ondergrens van het belastbaar bedrag te bepalen. De belastbare grond voor een woning die verhuurd wordt voor professionele doeleinden ligt dus minstens even hoog als bij een woning die verhuurd wordt aan een particulier die de woning niet voor zijn beroep zal gebruiken. Verhoog je bovendien de woonkwaliteit en maak je de woning energiezuiniger, dan kom je in aanmerking voor tal van tegemoetkomingen.

Vastgoed is een tastbare investering die veel Belgen vertrouwen inboezemt. Wonen is een basisbehoefte. En omdat er steeds meer gezinnen (en ook steeds meer kleinere gezinnen) zijn, is er ook altijd een ‘afzetmarkt’. Hoewel investeren in extra vastgoed voordelen heeft, zijn er ook nadelen en risico’s om mee rekening te houden.

We zijn er over het algemeen van overtuigd dat vastgoed niet of nauwelijks in prijs kan dalen. Hoewel dat de jongste decennia ook het geval is, is onze vastgoedmarkt echter niet immuun voor dalingen. Zo daalden de prijzen in de jaren 1980 zelfs met 30% in ons land.

In vastgoed investeren doe je voor de lange termijn en kost doorgaans een pak geld dat je in één keer moet investeren. Daar komen nog eenmalige kosten bij: erelonen, registratiebelasting, btw bij nieuwbouw, en andere aktekosten. Als je een woning binnen de vijf jaar verkoopt, dan betaal je 16,5% op de meerwaarde.

Ook het beheer, inrichten en onderhouden kosten geld. Als je verhuurt dien je bewust te zijn dat huurders rechten hebben. Daarnaast is er altijd een kans op wanbetaling of betalingsachterstand. Ook als je geen huurder vindt, kan de kost van leegstand doorwegen.

Als je in fysiek vastgoed investeert, neem je een concentratierisico. Meestal investeer je een pak geld in één soort gebouw op één locatie. Hierdoor is het risico niet gespreid. Tot slot dien je bij fysiek vastgoed stil te staan bij later. Wat gebeurt er als je overlijdt? Hebben je erfgenamen wel zin om het beheer over te nemen als je er niet meer bent?

Investeer je in extra fysiek vastgoed? Dan is het ook altijd een goed idee om niet al je spaargeld in bakstenen te stoppen. Je financiële buffer wordt best ruimer omdat je nu voor twee woningen onverwachte uitgaven kan hebben (van lekkende leidingen tot defecte gasbranders). Hou daarom zeker nog wat extra budget achter de hand dat onmiddellijk beschikbaar is.

Beleggen

Beleggen kan een potentieel hoger rendement opleveren. Het historisch rendement (op globaal niveau) bedroeg de afgelopen 120 jaar gemiddeld 5,4% per jaar voor aandelen en 2% voor langlopende obligaties (rekening houdend met inflatie), blijkt uit onderzoek van Credit Suisse. En dat ondanks alle beurscrashes die de afgelopen 120 jaar de revue passeerden. Op lange termijn kan beleggen dan ook een methode zijn om een deel van je vermogen te diversifiëren. Je dient er natuurlijk wel rekening mee te houden dat prestaties uit het verleden geen indicator zijn voor de toekomst. 

Bij beleggen is er een sterk verband tussen de risico’s die je en het potentieel rendement. Hoe groter de risico’s die je neemt, hoe hoger het potentieel rendement (maar ook hoe hoger het potentieel verlies). En hoe kleiner de risico’s die je neemt, hoe lager het potentieel rendement (en het potentieel verlies). Let wel, of je nu een hoge of lage risico-appetijt heeft: het geld dat je belegt in aandelen, obligaties, beleggingsfondsen, gestructureerde producten, opties, warrants en andere financiële instrumenten is minder goed beschermd dat spaargeld. Spaargeld op een gereglementeerde rekening is tot 100.000 euro per persoon en per bank beschermd door het depositogarantiestelsel. Aandelen, obligaties, … genieten niet dezelfde bescherming.

Als je belegt dien je ook rekening te houden met volatiliteit: de koersen kunnen schommelen. Daarom is het belangrijk om te beleggen voor de lange termijn als je die tussentijdse schommelingen wil uitvlakken. Risico’s kan je verder spreiden door te beleggen in verschillende producten (aandelen, obligaties …), verschillende regio’s en thema’s en door niet al je geld in één keer te beleggen.

Tot slot dien je ook rekening te houden met verschillende kosten die aan je potentieel rendement kunnen knagen: transactiekosten, beurstaks, bewaarkosten, instapkosten, eventuele roerende voorheffing op inkomsten uit beleggingen (zoals dividenden), enzovoort.

Schenken

Als je op een moment in je leven bent dat méér geld niet tot méér geluk leidt, of als je bijvoorbeeld je kinderen een zetje in de rug wil geven, dan kan een schenking een optie zijn. Toch is het goed om weten dat je niet zomaar kunt schenken (tenzij je geen kinderen heeft en niet gehuwd bent).

Om de spelregels van het schenkingsrecht te begrijpen, dien je er tegelijk het erfrecht bij te halen. Dat erfrecht bepaalt dat je huwelijkspartner en kinderen beschermde erfgenamen zijn. Zij hebben recht op een minimum erfdeel, ook wel ‘reserve’ genoemd. Kinderen hebben samen recht op minimaal de helft van je vermogen, en dit ongeacht het aantal kinderen je heeft. Je huwelijkspartner moet minstens het vruchtgebruik van de helft van je nalatenschap erven, met als minimum het vruchtgebruik op de gezinswoning en de huisraad.

Stel dat je tijdens je leven meer dan de helft van de reserve geschonken heeft aan een vriend, dan kan je kind die reserve opeisen. De reserve wordt namelijk niet alleen berekend op het vermogen dat je nalaat bij je overlijden. Ook onder meer schenkingen uit het verleden worden hier na aftrek van de schulden bijgeteld. Hiermee dien je dus rekening te houden.

Er zijn 2 courante manieren om te schenken: met een bankgift of via de notaris. Op schenkingen van roerende goederen (zoals cash) in rechte lijn en tussen huwelijkspartners en de wettelijk samenwonende partners (in Vlaams Gewest onder voorwaarden ook tussen feitelijk samenwonende partners) betaalt de ontvanger in het Vlaams Gewest en Brussels Hoofdstedelijk Gewest 3%, en in het Waals Gewest 3,3% schenkbelasting.

Ter vergelijking: de successierechten voor de erfgenamen in rechte lijn en tussen echtgenoten en wettelijk samenwonenden in het Vlaams Gewest worden berekend volgens progressieve schijven van 3 tot 27% (onder voorwaarden geldt dit ook feitelijk samenwonende partners in het Vlaams Gewest). In het Waals Gewest en Brussels Hoofdstedelijk Gewest is dit volgens progressieve schijven van 3 tot 30%.

Overweeg je een schenking? Dan is het altijd raadzaam om eerst met een notaris of andere expert af te stemmen. Hij of zij kan je wijzen op mogelijke clausules die je kan inbouwen. Het grote nadeel aan schenken is namelijk dat het geld definitief uit je vermogen verdwijnt: het is zo goed als onmogelijk om een schenking terug te draaien. Daarom is het heel belangrijk een goed beredeneerde en geïnformeerde beslissing te maken als je schenkt.

Heb je een vraag voor ons? We bellen je graag op een ogenblik dat het je uitkomt.

Maak een afspraak