Van de Belgen die in 2021 overleden, stierf 14,7% vóór ze 65 jaar werden. Dat blijkt uit cijfers van Statbel. Wil je zeker zijn dat jouw nabestaanden niet in financiële problemen komen als je er plots niet meer bent? Dan kan een overlijdensverzekering een oplossing zijn. Hoe werkt zo’n verzekering en in welke gevallen is ze (niet) zinvol?
Met een overlijdensverzekering kan je jouw nabestaanden beschermen tegen financiële zorgen na je overlijden. Overlijd je tijdens de looptijd van de verzekering, dan betaalt de verzekeraar een met je afgesproken bedrag uit aan je begunstigden (de persoon of personen die je bij het afsluiten van de verzekering aanduidde). Daarmee kunnen ze bijvoorbeeld successierechten, facturen, huur of andere uitgaven betalen. De uitkering geeft hen dus een financieel duwtje in de rug en is een manier om hun toekomst en levensstandaard veilig(er) te stellen.
Een overlijdensverzekering is niet altijd nodig. Maar in bepaalde situaties kan het een te overwegen oplossing zijn. Zeker voor alleenstaande ouders of gezinnen (met één verdiener) die nog volop hun leven en carrière aan het uitbouwen zijn, kan het overlijden van de kostwinner een zware financiële klap veroorzaken.
Enkele praktische situaties waarin een overlijdensverzekering zinvol en minder zinvol is:
Sofie en Michiel zijn al 18 maanden een koppel en komen net van de schoolbanken. Ze hebben een startersbaan en gaan samen een huisje op het platteland huren. Geen van beide heeft schulden. Aan trouwen of kinderen denken ze (nog) lang niet.
→ Een overlijdensverzekering zal voor hen weinig zin hebben. De grootste gezamenlijke kost die ze dragen, is de huur van hun woning. De financiële gevolgen voor de langstlevende zal dan ook erg beperkt zijn als een van hen overlijdt.
Tom en Frederik zijn dertig en verdienen allebei goed hun boterham. Via hun werkgever zijn ze beiden aangesloten bij een groepsverzekering waar een royale overlijdensdekking aan gekoppeld is. Ze stappen in het huwelijksbootje en kopen een mooi gerenoveerde woning in hartje Antwerpen. Daarvoor gaan ze een lening van 450.000 euro aan.
→ Een overlijdensverzekering zal in principe voor hen weinig zin hebben. Op financieel vlak zijn ze niet van elkaar afhankelijk. Bovendien voorzien hun werkgevers al een stevige overlijdensdekking. De kans is ook groot dat voor de aankoop van hun woning een schuldsaldoverzekering afgesloten is (vaak een eis van de bank), wat eigenlijk een soort overlijdensverzekering is: wanneer een van hen overlijdt, zorgt de verzekeraar ervoor dat de openstaande lening deels of volledig wordt terugbetaald, naargelang welke optie Tom en Frederik hebben gekozen. Is er echter geen schuldsaldoverzekering in beeld, dan valt een overlijdensverzekering toch te overwegen.
Meryem en Arne zijn jonge veertigers. Ze zijn gehuwd, betalen al enkele jaren hun woning af en hebben een gezonde tweeling van een jaar. Simon gaat 3/5 werken zodat Meryem haar carrière een versnelling hoger kan schakelen.
→ Voor Meryem en Simon kan het interessant zijn om een overlijdensverzekering te nemen. Als een van hen overlijdt, blijft de andere achter met twee jonge kinderen, minder inkomsten en facturen die natuurlijk blijven binnenkomen (energie, opvang, school, …). Het koppel kan beslissen om elk een overlijdensverzekering voor een vast afgesproken bedrag te nemen, waarbij ze telkens de ander aanduiden als begunstigde. Ze kunnen de looptijd bijvoorbeeld vastleggen tot de kinderen zijn afgestudeerd; dan zal de meeste financiële druk weg zijn.
Kortom, als je dierbaren niet langer hun levensstandaard kunnen aanhouden als je er niet meer bent, dan kan een overlijdensverzekering te overwegen zijn.
Met een uitvaartverzekering ben je verzekerd voor de kosten van je uitvaart. De verzekeringsmaatschappij betaalt dan de begrafenisfactuur. Het eventuele saldo dat overblijft, komt in de nalatenschap. Het geld bij een uitvaartverzekering dient dus om de uitvaart te vergoeden.
Het doel van een overlijdensverzekering ligt, in tegenstelling tot een uitvaartverzekering, niet vast. De begunstigde van een overlijdensverzekering kan dus met het geld doen wat hij of zij wil.
Bij een levensverzekering ligt de focus meer op sparen en beleggen. Met een levensverzekering kan je een financiële reserve voor je pensioen aanleggen of gewoon proberen een rendement na te streven. Je ontvangt later het opgebouwde kapitaal. Of het kapitaal gaat naar de begunstigden die je vooraf aanduidde, wanneer je overlijdt.
Een levensverzekering kan dus een alternatief zijn voor een overlijdensverzekering, of een aanvullende formule bovenop een overlijdensverzekering. Een overlijdensverzekering bekijk je dan ook best in het geheel van je successieplanning. Behalve een uitvaartverzekering, levensverzekering en overlijdensverzekering bestaan er ook technieken zoals een schenking en testament om aan successieplanning te doen.
De hoogte van de premies die je periodiek of eenmalig betaalt, hangt van verschillende zaken af. Dat kan 5 euro per maand zijn, maar ook een veelvoud daarvan. De belangrijkste factoren zijn je leeftijd, gezondheidstoestand en hoeveel kapitaal je wil verzekeren. Op basis hiervan zal de verzekeraar je een voorstel doen.
Goed om weten: de premies zijn gelijk voor mannen en vrouwen. Sommige verzekeraars werken ook met zogenaamde risicopremies waarbij de premie mee evolueert met de leeftijd van de verzekerde (hoe ouder je wordt, hoe meer je maandelijks betaalt). Elke verzekeraar hanteert daarnaast ook een maximale instapleeftijd (doorgaans tot max. 75 jaar).
Hoe lang een overlijdensverzekering loopt kan je zelf beslissen, want er zijn verschillende formules. Je kan kiezen voor een vaste termijn, bijvoorbeeld tot je kinderen uit het huis zijn en afgestudeerd zijn of tot aan je pensioenleeftijd. Je kan ook opteren om geen einddatum vast te leggen. Je laat jezelf dan verzekeren voor de financiële gevolgen van je overlijden tot de dag dat je overlijdt.
Verder kan je een polis altijd vervroegd stopzetten, al zal je verzekeraar hiervoor wel een afkoopvergoeding vragen. Stel dat je een contract tekende voor tien jaar, dan zal je een hogere afkoopvergoeding betalen als je het contract al na twee jaar wil verbreken dan wanneer je het contract na acht jaar opzegt.
Een polis vervroegd stopzetten kan interessant zijn als je bijvoorbeeld een grote financiële meevaller hebt (erfenis, loterij gewonnen, …) waardoor het stootkussen bij je overlijden groot genoeg is voor de nabestaanden om comfortabel te leven. Je kan de polis ook stopzetten als je bijvoorbeeld gaat scheiden, maar dat hoeft niet. Je kan de polis behouden maar de begunstigden wijzigen; het kan bijvoorbeeld wenselijk zijn om jouw nabestaanden in te dekken als het alimentatiegeld wegvalt na een overlijden.
Elke natuurlijke of rechtspersoon kan een begunstigde zijn van een overlijdensverzekering. Een begunstigde hoeft dus niet noodzakelijk je partner of je kind(eren) te zijn.
Wil je meerdere begunstigden aanduiden, dan kan je kiezen dat elke begunstigde een gelijk deel krijgt of een bepaald deel dat je zelf vooraf vastlegt. Je kan dus voor maatwerk gaan.
Je betaalt 2% taks op de gestorte premies.
De begunstigden betalen in principe erfbelasting op de uitkering uit een overlijdensverzekering. Het tarief hangt af van de verwantschap en werkt volgens progressieve schijven, afhankelijk van het gewest waar de overledene haar of zijn laatste fiscale woonplaats had. Meer informatie over de erfbelasting vind je op notaris.be.
Heb je een vraag voor ons? We bellen je graag op een ogenblik dat het je uitkomt.
Maak een afspraak