Taboe Over Geld Praten

juni 2024

Waarom we niet over geld praten (en dat wel beter doen)

Geld doet de wereld draaien, en toch lijkt erover praten nog steeds taboe. Waar komt dat vandaan, en moeten we daar wat aan doen? Op verkenning met Els Lagrou, experte in financiële geletterdheid.

Wie is Els Lagrou?

  • Expert financiële geletterdheid en mede-oprichtster van Dagelijks Geld
  • Voormalig beleidsanalist financiële geletterdheid bij de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO)
  • Was via de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (FSMA) onder meer nauw betrokken bij de invoering van financiële educatie in het Nederlandstalig onderwijs

Geld is een essentieel deel van ons dagelijks leven. Waarom rust er dan een taboe op?

“We hebben allemaal geld nodig. Maar we weten natuurlijk ook dat niet iedereen evenveel heeft. Geld is niet louter een middel om te kunnen leven en dromen te realiseren. Het is voor velen ook een maatstaf voor succes, om zich met anderen te vergelijken. Geld staat synoniem met rijkdom, terwijl je natuurlijk rijk kan zijn aan veel andere dingen.”

Als je niet over geld praat, kan je ook niemand bruuskeren, denken we vaak. Kijk maar naar de arbeidsmarkt. We weten allemaal dat bepaalde beroepen essentieel zijn, terwijl het dikwijls net die beroepen zijn die minder verdienen. En dat voelt niet altijd rationeel, wat het soms ook ongemakkelijk maakt om over inkomen en geld te praten.”

“Daarnaast is er een diepgewortelde overtuiging dat geldzaken privé zijn. Dit idee van financiële privacy beschermt niet alleen de welgestelden die hun rijkdom liever discreet houden, maar ook degenen die het minder breed hebben en niet willen dat hun financiële struggles het onderwerp van gesprek worden. Dit dubbele mes snijdt natuurlijk aan twee kanten; het voorkomt open discussies over geld die juist kunnen leiden tot meer begrip en solidariteit.”

“Een ander aspect is het gebrek aan financiële educatie. Veel mensen voelen zich onzeker over hun kennis van financiën en zijn bang om vragen te stellen of hun situatie te bespreken, uit angst om onwetend of naïef over te komen. Dit gebrek aan vertrouwen in hun eigen financiële inzicht houdt mensen vaak terug van gesprekken over geld, waardoor het taboe alleen maar sterker wordt.”

Is geld altijd een taboe geweest, of is er iets in de geschiedenis dat voor een kentering zorgde?

“Ik denk dat dit een logisch gevolg is van hoe de mens, samenleving en economische omgeving evolueerden. In leefgemeenschappen of families waar alles gedeeld werd, zorgde je voor elkaar en kwam de groep op de eerste plaats. Vandaag leven we meer in een samenleving waar iedereen voor zichzelf moet zorgen en je voortdurend prikkels krijgt om je succes en rijkdom te vergroten. Vroeger lag de focus wellicht meer op wederzijdse zorg, terwijl dat vandaag minder vanzelfsprekend is. De zorgvolmacht is daar een mooie illustratie van: je maakt een contract met iemand die je financieel huishouden regelt als je dat zelf niet meer kan of wil. Ik kan me moeilijk voorstellen dat zoiets honderden jaren geleden de norm was.”

“Als we nog verder teruggaan in de tijd, zien we dat de introductie van geld als ruilmiddel zelf al een grote verandering teweegbracht in menselijke relaties en de manier waarop waarde werd begrepen en uitgedrukt. Voor de uitvinding van geld werden goederen en diensten uitgewisseld via ruilhandel, wat vereiste dat beide partijen iets hadden wat de ander wilde. Geld maakte het mogelijk om waarde op te slaan en te transporteren, wat op zijn beurt handel op grotere schaal mogelijk maakte en leidde tot de ontwikkeling van complexere economieën.”

“Natuurlijk zijn er altijd al regimes geweest die persoonlijke rijkdom niet toelieten of religies die geld en materieel bezit als iets negatiefs zagen. Denk bijvoorbeeld aan het vroege christendom, dat armoede als een deugd beschouwde, of denk aan de tollenaren die verguisd worden in de bijbel. Ook het boeddhisme leert bijvoorbeeld dat verlangen (waaronder het verlangen naar rijkdom) lijden veroorzaakt. De islam schrijft dan weer voor dat je geen interest mag vragen of krijgen.”

Waarom praat de ene al makkelijker over geld dan de andere?

“Dat hangt van 101 factoren af. Wat je van thuis en op school hebt meegekregen, welke ervaringen je meemaakte, of je geboren bent in een arm of rijk gezin, waar je geboren bent, enzovoort. Iedereen start vanuit een andere situatie. Iedereen heeft verschillende ervaringen met geld en wat het betekent in hun leven. Sommige families spreken heel open over financiën, delen hun inkomsten, uitgaven, investeringen en sparen met elkaar. Ze zien dit als een essentieel deel van het educatieve proces. Voor anderen is geld een onderwerp dat met zorg en soms zelfs angst wordt benaderd. De factoren die hier spelen kunnen te maken hebben met financiële onzekerheid, schulden of eerdere negatieve ervaringen met geld.”

“Daarnaast spelen culturele normen en waarden een grote rol. In sommige culturen wordt openlijk praten over geld gezien als onbeleefd, terwijl in andere culturen financiële transparantie juist wordt gewaardeerd en aangemoedigd. Kijk naar het verschil tussen de VS en ons land als het over lenen gaat. In de VS moeten veel mensen lenen om te studeren, lenen om een goede zorgverzekering te kunnen hebben, … en ze lenen daarenboven ook nog makkelijk om een kerstfeest te bekostigen. Lenen wordt daar als een normaal onderdeel van het leven beschouwd. Praten over leningen is daar veel minder taboe.”

“Het eigen zelfbeeld en zelfvertrouwen spelen eveneens een cruciale rol. Mensen die hun eigenwaarde sterk koppelen aan financieel succes kunnen het moeilijker vinden om over geldproblemen te praten, uit vrees om als 'minder' te worden gezien. Anderzijds kunnen mensen die financieel succesvol zijn, terughoudend zijn om hierover te spreken uit angst voor jaloezie of omdat ze niet willen opscheppen.”

Is er een verschil tussen generaties?

“Oudere generaties zijn bij ons opgevoed met het idee dat je financiële zaken niet buiten het gezin of de familie bespreekt. Dit komt voort uit een tijd waarin financiële stabiliteit vaak als een persoonlijke prestatie werd beschouwd, en openlijk praten over geld werd gezien als ongepast of zelfs taboe. Voor veel mensen uit deze generaties is de waarde van hard werken en het zelfstandig opbouwen van financiële zekerheid een kernprincipe. Daarnaast hebben velen de economische schaarste na oorlogstijden meegemaakt of verhalen hierover van hun ouders gehoord, wat bijdraagt aan een zekere terughoudendheid om over geld te praten.”

“Jongere generaties zijn opgegroeid in een tijdperk van digitale transparantie. Ze zijn niet anders gewoon dat er een schat aan informatie over geld en persoonlijke financiën via internet en sociale media te vinden is, waardoor het onderwerp toegankelijker en bespreekbaarder wordt. Voor deze generaties is het delen van ervaringen, ook wat betreft geldzaken, een manier om van elkaar te leren en elkaar te ondersteunen. Dit heeft bijgedragen aan een cultuur waarin praten over geld minder taboe is.”

“Al heeft die openheid natuurlijk ook een donker kantje: de (constante) blootstelling aan andermans succesverhalen op sociale media kan een vertekend beeld geven en druk opvoeren om te voldoen aan een bepaalde financiële standaard. Deze vergelijkingscultuur kan leiden tot financiële onzekerheid en stress. Mensen worden aangemoedigd om een leven te leiden dat misschien wel boven hun financiële mogelijkheden ligt, puur om te voldoen aan een imago dat online wordt gepromoot.”

“Het onderscheid tussen generaties is natuurlijk niet zwart-wit. Ook oudere generaties worden steeds opener over geldzaken, ook al omdat ze op oudere leeftijd aan successieplanning beginnen denken, en ze evengoed overal informatie kunnen vinden. Het feit dat geldzaken de jongste jaren veel opener in media besproken wordt, maakt eveneens dat het taboe lichter wordt. Vroeger was het ondenkbaar dat een koppel op tv getuigde over hun geldproblemen; vandaag kijkt niemand daar nog van op. Geld was de voorbije jaren natuurlijk ook een prominent gespreksonderwerp: inflatie, koopkracht, de energiecrisis, … dit heeft geld mee bespreekbaar helpen maken.”

“Aan de andere kant is er ook iets voor te zeggen dat mensen met de jaren wellicht iets meer gesloten worden over hun geldzaken. Doorheen de jaren is de ene al succesvoller dan de andere en dit kan een gevoel van ongelijkheid of zelfs schaamte teweegbrengen. Het is een complexe dynamiek, waarbij individuele ervaringen en maatschappelijke evoluties hand in hand gaan.”

Is het nodig dat we meer over geldzaken leren praten?

“Ja, want als je er niet over spreekt kan niemand je helpen of inspireren, en worden we ook niet financieel geletterd. Praten over geld is niet enkel een kwestie van persoonlijke openheid, maar ook van maatschappelijk belang. In een tijd waarin economische ongelijkheid toeneemt, kan het openbreken van het taboe leiden tot een meer inclusieve en empathische samenleving. Door open te zijn over financiën, kunnen we van elkaar leren, elkaar ondersteunen en bouwen aan een stabieler financieel klimaat.”

“Het is essentieel om te beseffen dat financiële educatie begint met dialoog. Scholen, gezinnen, en ook werkplekken kunnen een belangrijke rol spelen in het normaliseren van gesprekken over geld. Dit betekent niet dat iedereen zijn bankrekening moet openbaren, maar wel dat er een veilige ruimte moet zijn om vragen te stellen, ervaringen te delen, en van elkaar te leren. Het doorbreken van het taboe rond geld kan helpen om financiële kennis te verspreiden, waardoor mensen beter in staat zijn om weloverwogen beslissingen te nemen over hun financiën.”

“Het introduceren van concepten zoals zakgeld en sparen bij kinderen is een praktische manier om vroeg te beginnen met financiële educatie. Door kinderen te leren omgaan met geld, leren ze de waarde ervan begrijpen en het belang van sparen voor de toekomst. Dit legt een solide basis voor financieel bewustzijn en verantwoordelijkheid, die hen op latere leeftijd ten goede komt. Financiële educatie moet echter niet beperkt blijven tot de thuissituatie. Het onderwijs speelt ook een cruciale rol in het voorbereiden van jongeren op hun financiële toekomst. Door studenten al op jonge leeftijd kennis te laten maken met financiële concepten, worden ze beter voorbereid op de uitdagingen en kansen die ze in hun volwassen leven zullen tegenkomen. Ook op de werkvloer is er een groeiende erkenning van het belang van financiële welzijn. Bedrijven die investeren in het financiële welzijn van hun werknemers, door bijvoorbeeld workshops en seminars aan te bieden, dragen bij aan een gezondere, meer betrokken en productieve werkplek.”

“Tot slot denk ik dat we ook zélf inspanningen moeten doen, en ons er meer voor interesseren. Praten over geld moet niet gezien worden als een teken van zwakte of overmatige nieuwsgierigheid, maar als een stap naar zelfverbetering en maatschappelijke vooruitgang. Het delen van successen én mislukkingen op financieel gebied kan inspirerend werken en anderen motiveren om hun financiële gezondheid serieus te nemen.”