Over de grens tanken: loont dat de moeite voor je portemonnee?

Even een klein ommetje maken om in het dorp verder goedkoper te tanken: dat doen we wellicht allemaal eens. Maar kan het ook interessant zijn om de grens over te steken, nu brandstofprijzen de jongste maanden ongekende hoogtes bereikten?

Dat antwoord is niet zwart-wit. Als je sowieso die richting uitmoet en je maakt van de uitstap ook gebruik om andere waren goedkoper in te slaan? Dan is het een no-brainer om goedkoper over de grens te tanken. Moet je 150 kilometer rijden én langs de Antwerpse ring op vrijdagnamiddag? Dan zal het je (en het milieu) vooral veel stress kosten.

Tanken in het buitenland is bovendien niet altijd beter voor je portemonnee en veel hangt ook af van het type brandstof. Op basis van de cijfers van de Nederlandse verkeersorganisatie ANWB van 27/05/2022, is tanken momenteel goedkoper in Luxemburg en Frankrijk maar niet in Nederland of Duitsland. Terwijl diesel tanken in maart nog in elk buurland goedkoper was. Let op: de cijfers zijn indicatief en kunnen afwijken per tankstation. Voor de meest actuele cijfers kan je terecht op de websites van bijvoorbeeld Touring of ANWB.

Hoeveel rendeert het als je omrijdt?

Laat ons ervan uitgaan dat je in België aan de pomp 2 euro per liter betaalt. Om te weten of het de moeite loont om je tank te gaan vullen, moeten we echter niet alleen rekening houden met het verschil in brandstofkosten. Ook het meerverbruik dienen we mee te tellen: door een omweg te maken verbruik je immers ook.

Als we ervan uitgaan dat je 50 liter kan tanken en dat je wagen gemiddeld 5 liter per 100 kilometer verbruikt, dan komen we tot deze besparing:

De grens oversteken kan dus de moeite lonen, tenzij je meer dan 100km moet omrijden voor een brandstofverschil van 10 cent per liter. Vergeet bovendien niet dat er ook verborgen kosten zijn. Om volledig te zijn, zou je ook een prijs moeten plakken op de tijd die je investeert om verder te gaan tanken, voor de slijtage aan je banden en remmen en eventuele andere kosten. Deze kosten zijn in bovenstaand voorbeeld buiten beschouwing gelaten.

Hoeveel mag je maximaal tanken in het buitenland?

Elke week speciaal de grens oversteken kan veel gedoe zijn om een paar euro’s te besparen. Voor je portemonnee zou het op het eerste gezicht slimmer zijn om een reeks jerrycans te kopen en meteen telkens 100 of 200 liter extra te tanken. Alleen mag dat niet zomaar.

Het vervoer van gevaarlijke goederen is wettelijk geregeld op Europees niveau. Koop je als particulier benzine of diesel voor eigen gebruik in het land waar je wettelijk verblijft (in België dus), dan mag je in regel tot 240 liter brandstof in je koffer transporteren. Als je dat wil doen dan heb je al 12 stevige jerrycans van 20 liter (en een grote kofferruimte) nodig. Je moet er daarnaast voor zorgen dat er geen lekkage optreedt en dat je de jerrycans goed vastmaakt.

Maar als je brandstof importeert, dan gelden andere regels (omwille van de accijnzen). Die stellen dat je in een land van de EU in regel maximaal 10 liter in een jerrycan mag importeren. Word je betrapt met meer, dan neemt de dienst Douane en Accijnzen de brandstof in beslag en krijg je een boete.

Hoewel je wat geld kan besparen door 10 liter extra in te slaan, is dit af te raden omwille van de veiligheidsrisico’s. Niet alleen voor onderweg, maar ook als je de brandstof ergens opslaat en er onheil optreedt.

Ecologisch rijden om te besparen op het verbruik

De grens oversteken is één manier om te besparen op je tankkosten. Het kan ook door je rijgedrag aan te passen. Enkele tips voor een zuinige rit:

• Schakel zo vroeg mogelijk naar een hogere versnelling, ergens rond een toerental van 2.500 voor benzinewagens en 2.000 voor dieselwagens. Bij hogere snelheden kan je zo het toerenaantal verlagen, en dus ook het verbruik. Laat bij een automaat het gaspedaal even iets 'opkomen' als je op snelheid bent. De automaat schakelt dan meteen naar een hogere versnelling.
  
  
• Rij zoveel mogelijk met een constante snelheid. Het gebruik van cruisecontrol op de snelweg helpt een constante snelheid aan te houden; auto’s verbruiken de meeste energie wanneer ze optrekken. Trek dus rustig op.
  
  
• Controleer om de twee maanden de bandenspanning. De druk kan ondertussen niet meer optimaal zijn, bijvoorbeeld als je veel kilometers hebt gedaan, als de buitentemperatuur de afgelopen tijd sterk schommelde, om tijdig te merken of er geen verlies is door een lekje, ... Een te lage bandenspanning kost je auto meer energie.
  
  
• Door je aan de maximumsnelheid te houden (en liefst eronder), voorzichtig en geleidelijk op te trekken en te remmen, kan je het brandstofverbruik met 15-30% verlagen op de snelweg en met 10-40% in het stadsverkeer. Rij je 10 km per uur trager op een traject van 100 km, dan bespaar je al snel 1 liter brandstof.
  
  
• Hou in een file voldoende afstand. Zo voorkom je dat je de hele tijd moet remmen of optrekken.
  
  
• Let goed op andere weggebruikers en verkeerslichten. Zo kan je zo veel mogelijk op de motor remmen (gas loslaten in versnelling) of gewoon je auto laten uitbollen.
  
  
• Haal ballast uit je auto (100 kg extra betekent al snel 5% meer verbruik) en gebruik dakkoffers alleen als je geen alternatief hebt. Een grote dakkoffer kan het brandstofverbruik verhogen met 2-8% in de stad en 6-17% op de snelweg.
  
  
• Laat de motor niet nodeloos draaien, als hij niet vanzelf afslaat. Zodra je langer dan 10 seconden stilstaat, is het beter om de motor uit te schakelen. Zeker doen dus bij een openstaande brug of gesloten overweg.
  
  
• Hou de ramen zoveel mogelijk dicht. Je verbruikt meer brandstof als ze openstaan. Vermijd indien mogelijk airco, zetelverwarming, achterruitverwarming en eventueel andere energieverslinders.
  
  
• Steek je de grens over om te tanken? Koppel het nuttige aan het aangename. Of het nuttige aan nog meer nuttigheid, zoals goedkopere producten inslaan. Let wel: een volgeladen auto verbruikt ook meer brandstof.