De verkoop van thuisbatterijen nam het voorbije jaar spectaculair toe. Maar verdien je er de investeringskost ook mee terug?
De verkoop van thuisbatterijen zit bij ons in de lift. In de eerste 10 maanden van 2021 werden meer dan 11.000 thuisbatterijen geregistreerd in Vlaanderen, terwijl dat er in 2020 slechts 337 waren. Voor Wallonië en Brussel zijn er geen cijfers beschikbaar. Thuisbatterijen vinden vooral een afzetmarkt bij eigenaars van zonnepanelen.
Een thuisbatterij is een herlaadbare batterij die je in je huis installeert. Meestal wordt zo'n batterij aan de muur bevestigd. Een thuisbatterij is vooral interessant als je zonnepanelen heeft (of een andere installatie die stroom genereert). Je kan dan de overtollige stroom die je genereert, opslaan op je thuisbatterij. Zo belandt de stroom niet op het algemene elektriciteitsnet.
Zonnepanelen genereren vaak de meeste stroom op momenten dat we ze niet nodig hebben. We verbruiken vooral ’s ochtends en ’s avonds meer stroom (als het donkerder is), en minder overdag wanneer er licht is en de zonnepanelen dus de meeste stroom genereren. De piekmomenten van je zonnepanelen zijn meestal niet de piekmomenten van je verbruik.
Je hoeft echter geen zonnepanelen te hebben om een thuisbatterij te kunnen installeren. Een thuisbatterij kan ook energie van het net opslaan om later te gebruiken. Dat zou in theorie interessant kunnen zijn als je van thuis werkt en een verschillende energieprijs betaalt voor dag- en nachtverbruik. Alleen: je batterij ’s nachts ‘voltanken’ met stroom aan nachttarief, levert nauwelijks besparingen op. Volgens energieleveranciers Engie en Luminus zou een gemiddeld gezin hierdoor amper 100 euro per jaar kunnen besparen. Onvoldoende dus om de investering te verantwoorden.
Zeker nu in Vlaanderen en Brussel de terugdraaiende teller wordt begraven, kan het interessant zijn om een investering in een thuisbatterij te overwegen als je zonnepanelen hebt. Op het moment dat je zonnepanelen onvoldoende stroom produceren, kan je dan je eigen (goedkope) stroom uit de batterij benutten en hoef je geen (dure) stroom te kopen van het net.
Afhankelijk van de regelgeving waaronder je valt, kan het dus belangrijker worden om je zelfverbruik te maximaliseren en het gebruik van het elektriciteitsnet te minimaliseren:
Voor eigenaars van zonnepanelen met een digitale meter geldt sinds januari 2021 het injectietarief (een vergoeding die je energieleverancier bepaalt). Voor hen is het systeem van de terugdraaiende teller met het prosumententarief (een vergoeding die afhangt van je netbeheerder) afgeschaft. Dat injectietarief geldt overigens op termijn ook voor alle andere eigenaars van zonnepanelen zodra er een digitale meter wordt geplaatst (ten laatste eind 2029). Het injectietarief is financieel veel minder interessant dan de terugdraaiende teller met prosumententarief. Hoe meer je dus van je eigen opgewekte stroom verbruikt, hoe lager je energiekost uitvalt.
Een voorbeeld: Als je per jaar 3.000 kWh elektriciteit opwekt, waarvan je 1.500 kWh niet onmiddellijk gebruikt, dan ontvang je bij een gemiddeld injectietarief van 10 eurocent/kWh ‘amper’ 150 euro. Koop je stroom van het netwerk, dan betaal je al snel het dubbele.
Voor eigenaars van zonnepanelen in Brussel geldt sinds eind 2021 het injectietarief. De elektriciteit die je van het net haalt en die je op het net injecteert, worden nu apart verrekend. Je betaalt de elektriciteit die je van het net afneemt aan het tarief voor afname. En je ontvangt een vooraf bepaald bedrag per kWh geïnjecteerde stroom: het injectietarief. Voorheen profiteerde je (bij een installatie van minder dan 5 kW) van het zogenaamde 'gedeeltelijke compensatie'-systeem. Je betaalde sinds januari 2020 voor het energiegedeelte van je factuur het verschil tussen de stroom die je van het net afnam en de elektriciteit die je in het net injecteerde, terwijl de distributie- en transportkosten werden berekend op basis van je afname van elektriciteit. Net als in Vlaanderen is het dus ook hier financieel interessanter geworden om je eigenverbruik te verhogen: hoe meer je eigen opgewekte stroom verbruikt, hoe voordeliger.
Een voorbeeld: Als je per jaar 4.000 kWh elektriciteit opwekt, waarvan je 2.000 kWh niet onmiddellijk gebruikt, dan ontvang je bij een gemiddeld injectietarief van 10 eurocent/kWh ‘amper’ 200 euro. Koop je stroom van het netwerk, dan betaal je al snel het dubbele.
Voor eigenaars van zonnepanelen in Wallonië geldt nog steeds het systeem met de terugdraaiende teller en het prosumententarief. Het voordeel van een thuisbatterij valt hierdoor grotendeels weg, omdat het eigenlijke elektriciteitsnet als een soort batterij werkt. Let wel: het prosumententarief wordt nog gedeeltelijk gecompenseerd in 2022 en 2023. Zodra die compensatie wegvalt, zou een thuisbatterij wel rendabel kunnen worden. Dat zal echter afhangen van onder meer de prijsevolutie van de batterijen en eventuele subsidies van de Waalse overheid. Het is dus wellicht beter om voorlopig te wachten.
Een thuisbatterij kan dus vooral financiële voordelen hebben (in Vlaanderen en Brussel). Maar het kan ook nog een praktisch voordeel hebben. Tijdens een stroompanne kunnen sommige types thuisbatterijen immers functioneren als noodbatterij om lampen, verwarming en andere belangrijke apparaten van elektriciteit te voorzien. Bij dat extra comfort hoort echter ook een prijskaartje. De technische installatie van een thuisbatterij wordt complexer, en je zal wellicht onder meer een specifieke omvormer en een ontkoppelkast moeten voorzien.
De technologie van een thuisbatterij wordt steeds beter en ook de prijs daalt op lange termijn. Een thuisbatterij inclusief aangepaste omvormer kost vandaag gemiddeld tussen 4.000 en 10.000 euro naargelang het gekozen model, opslagcapaciteit, de optie om te werken als noodbatterij en het btw-tarief (je betaalt 6% btw op de aankoop en de installatie van een thuisbatterij in plaats van 21%, als de woning ouder is dan 10 jaar).
Daarnaast zijn er de installatiekosten zelf (capaciteitsberekening, eigenlijke installatie, keuringskosten), waarvoor je gemiddeld op 1.000-1.500 euro rekent afhankelijk van de situatie. Onderhoudskosten zijn er doorgaans niet. Hoewel het normaal gezien geen invloed heeft op je verzekeringspremie, meld je best ook aan je verzekeraar dat je een thuisbatterij hebt geïnstalleerd.
Woon je in Vlaanderen, dan kan je rekenen op subsidies voor een thuisbatterij. In 2022 kan je in Vlaanderen maximaal 1.725 euro claimen, met een maximum van 40% van de totale investeringskosten. Je kan tot 2024 een premie krijgen, maar het bedrag daalt wel stevig elk jaar. In Brussel en Wallonië zijn er (nog) geen subsidies.
Tot slot geldt er vanaf 2022 ook een milieubijdrage voor thuisbatterijen die vanaf dan op de markt komen. Het is de verkoper die deze bijdrage betaalt, maar hij kan dit bedrag ook doorrekenen aan de eindconsument. De bijdrage bedraagt 2,39 euro per kilogram voor thuisbatterijen op basis van lithium-ion, en 1,27 euro per kilogram voor thuisbatterijen op basis van zoutwater. Dat zal in totaal op zo’n 100 à 200 euro neerkomen.
De rentabiliteit van een thuisbatterij hangt van een reeks factoren af: de opbrengst van de zonnepanelen, hoe hoog het verbruik is, de capaciteit en de levensduur van de thuisbatterij, subsidies, btw-tarief, enzovoort.
Voor eigenaars van een doorsnee installatie (+/- 3.700 Wattpiek) met zonnepanelen en doorsnee thuisbatterij met een levensduur van 15 jaar kan de investering doorgaans binnen de 10 jaar terugverdiend worden. Naarmate de aankoopprijs van een thuisbatterij verder zakt en de kwaliteit beter wordt, wordt het uiteraard steeds interessanter.
Heb je zonnepanelen en een digitale meter? Dan kan je via een simulator die de Vlaamse overheid heeft uitgewerkt, een schatting maken van de terugverdientijd van een thuisbatterij, volledig aangepast aan je situatie.
Helemaal je eigen verbruik volledig dekken, is doorgaans niet haalbaar voor een doorsnee woning in België. Vooral in de wintermaanden zou je veel zonnepanelen en verscheidene batterijen nodig hebben om genoeg stroom op te wekken en op te slaan voor je eigen verbruik. In de zomer zou je dan overcapaciteit hebben (waarvoor je weliswaar van het injectietarief geniet, maar dat is relatief laag). De investeringskost om volledig onafhankelijk te worden is dan ook vrij hoog.
De capaciteit start al vanaf 2 kWh en loopt op tot boven de 15 kWh. Een gemiddeld gezin gebruikt ongeveer 10 kWh per dag. Het onmiddellijke zelfverbruik van zonnepanelen bedraagt doorgaans 30%. Met een thuisbatterij kan je gemiddeld tussen de 50 en 80% van je eigen energie benutten. Het exacte zelfverbruik varieert uiteraard sterk van je eigen verbruikspatroon, het vermogen van je zonnepanelen en de opslagcapaciteit van de thuisbatterij.
Met een online spaarrekening van NIBC is de eerste stap zo gezet.