In 20 van de 27 EU-lidstaten en zelfs daarbuiten kan je tegenwoordig met de euro betalen. Bovendien zijn er heel wat landen die de koers van hun munt aan de euro koppelen. Waar kan je nu al in euro betalen en waar zal je dat op termijn kunnen doen?
Vandaag kan je in 20 lidstaten van de Europese Unie terecht met je euro’s: België, Frankrijk, Nederland, Luxemburg, Duitsland, Oostenrijk, Italië, Spanje, Portugal, Ierland en Finland waren de eerste landen. Later kwamen achtereenvolgens ook Griekenland, Slovenië, Cyprus, Malta, Slowakije, Estland, Letland, Litouwen en tot slot Kroatië erbij.
Daarnaast doen ook Andorra, Monaco, San Marino en Vaticaanstad mee met de euro, net als Kosovo en Montenegro. Die eerste vier sloten een formele overeenkomst met de EU om de munt te gebruiken. Kosovo en Montenegro voerden de euro eenzijdig in, zonder overeenkomst met de EU. Dat betekent dat de euro in die twee landen niet de legale munt is, maar door de overheid en bevolking wel als nationale munt beschouwd en gebruikt wordt (beide landen hadden voordien overigens de Duitse mark als munt). Met de euro kan je eveneens terecht in een aantal overzeese gebieden zoals de Azoren, de Canarische eilanden, Ceuta en Melilla, Frans Guyana, Guadeloupe, Madeira, Martinique, Mayotte, Réunion, Saint Barthélemy en Saint Pierre en Miquelon.
Daarnaast is er een hele reeks landen waar de koers van de lokale munt gekoppeld is aan de euro. Dat is bijvoorbeeld het geval voor Denemarken. Je betaalt er in Deense kronen, maar de wisselkoers beweegt zich binnen een bepaalde bandbreedte. Eén euro is ongeveer 7,44 Deense kronen, en kan slechts lichtjes stijgen of dalen; de nationale bank van Denemarken grijpt in als de koers te veel stijgt of daalt. Ook de Lev (Bulgarije) en Denar (Noord-Macedonië) zijn op die manier gekoppeld aan de euro, net als een hele reeks munten van Afrikaanse landen.
Op dit moment hebben 7 EU-lidstaten de euro (nog) niet ingevoerd. Bulgarije, Tsjechië, Hongarije, Polen, Roemenië, Denemarken en Zweden blijven over. Denemarken heeft als enige in de EU de vrijheid om te beslissen of en wanneer ze zich aansluit bij de euro, dankzij een akkoord uit 1992.
De 6 andere landen zijn in theorie ‘verplicht’ om de euro in te voeren als ze voldoen aan de vereiste instapdrempels (zoals schuldenniveau en inflatiepeil). Maar in de praktijk kunnen ze de toetreding uitstellen. Landen die willen meedoen met de euro moeten namelijk eerst lid worden van het European Exchange Rate Mechanism, en over die toetreding beslissen ze zelf.
In de volledige eurozone kan je voor aankopen in euro (winkels, restaurants, …) je debet- of kredietkaart gratis gebruiken. Er is ook geen plafond voor het bedrag.
Met een debetkaart geld uit een automaat halen is in de eurozone doorgaans gratis. Doorgaans, want sommige banken rekenen kosten aan als je geld afhaalt aan een automaat die niet tot hun netwerk behoort. Het bedrag blijft echter meestal beperkt tot 0,50 euro per transactie. Om te weten of je bank kosten aanrekent, raadpleeg je best de tarievenlijst. Hou er daarnaast rekening mee dat sommige beheerders van geldautomaten (bijvoorbeeld de automaten in luchthavens of in winkels) transactiekosten aanrekenen. Normaal krijg je daarvan een melding op het scherm van de automaat.
Geld afhalen met je kredietkaart doe je beter niet. De kost kan variëren van 5 tot 8 euro per transactie, en/of een percentage van het opgevraagde bedrag.
Heb je nog oude buitenlandse bankbiljetten of munten liggen? In sommige gevallen kan je die nog steeds omwisselen voor euro’s. Het minder goede nieuws: je moet ze inwisselen bij de respectieve nationale bank en kan ze dus niet in België bij de Nationale Bank omwisselen. Heb je bijvoorbeeld nog Duitse marken, dan zal je een citytrip naar Frankfurt moeten boeken. Als alternatief kan je terecht bij commerciële geldwisselaars waar je oude biljetten kan inwisselen voor euro's. Hiervoor betaal je wel een vergoeding.
Heb je een vraag voor ons? We bellen je graag op een ogenblik dat het je uitkomt.
Maak een afspraak