Een woning kopen of verkopen op lijfrente? Niet de meest gebruikelijke methode, maar in bepaalde omstandigheden wel een interessante optie. Hoe werkt (ver)kopen op lijfrente precies en wat zijn de aandachtspunten?
Wie een woning koopt in België, betaalt de som traditioneel in twee schijven: eerst een voorschot bij het ondertekenen van de verkoopovereenkomst en dan de rest bij het verlijden van de akte. Bij lijfrente werkt dat anders. Als je op lijfrente koopt, dan betaal je in verschillende stukjes: meestal eerst een voorschot (ook wel ‘boeket’ genoemd), en vervolgens de rest in maandelijkse schijven (de ‘rente’).
Een verkoop op lijfrente is een kanscontract. Dit betekent dat de uiteindelijke waarde van het contract voor zowel de koper als de verkoper afhankelijk is van een onzekere gebeurtenis. In dit geval: het overlijden van de verkoper. Als de verkoper langer leeft dan verwacht, kan de koper uiteindelijk meer betalen voor het onroerend goed dan de overeengekomen prijs. Dit kan gunstig zijn voor de verkoper, want die kan (bij een contract voor onbepaalde termijn) langer inkomsten blijven ontvangen. Omgekeerd, als de verkoper eerder dan verwacht overlijdt, kan de koper een goede zaak doen en heeft die een woning gekocht voor minder dan de marktwaarde.
Dit is het risico en de beloning van een kanscontract: beide partijen nemen een risico (in dit geval de levensduur van de verkoper), maar hebben ook de mogelijkheid om te profiteren als de zaken in hun voordeel uitpakken.
Een woning (ver)kopen op lijfrente vraagt meer maatwerk dan een ‘gewone’ verkoopovereenkomst omdat de mogelijkheden veel ruimer zijn.
Een verkoop in volle eigendom betekent dat de koper meteen de woning mag gebruiken. Een verkoop in vruchtgebruik houdt in dat de verkoper in de woning mag blijven voor een afgesproken periode of tot de verkoper overlijdt. Een verkoop in vruchtgebruik is de standaard, verkopen in volle eigendom gebeurt eerder uitzonderlijk.
In de verkoopovereenkomst wordt opgenomen hoe lang de koper maandelijks rente betaalt aan de verkoper: voor een onbepaalde termijn (tot de verkoper overlijdt) of gedurende een vastgelegde termijn (bijvoorbeeld 15 of 20 jaar). Een overeenkomst voor onbepaalde termijn is heel ongebruikelijk.
In de meeste gevallen betaalt de koper een deel van de koopsom bij het ondertekenen van de verkoopsakte, het zogenaamde “boeket”. Dat is een voorschot en ligt doorgaans tussen 10% en 15% van de waarde van de woning. De koper en verkoper kunnen onderling een hoger boeket afspreken, of overeenkomen om geen voorschotbedrag op te nemen. Een verkoopovereenkomst zonder boeket is eerder uitzonderlijk.
De verkoper kan in de verkoopovereenkomst laten opnemen dat de maandelijkse rente aangepast wordt aan het inflatiepeil. Dat kan interessant zijn om diens koopkracht beschermen. De meeste overeenkomsten zijn mét indexering.
Hoeveel je maandelijks aan lijfrente zal ontvangen of betalen, hangt af van een aantal factoren:
De waarde van de woning kan op verschillende manieren geschat worden om de huidige marktprijs te bepalen. Dat moet zo correct mogelijk gebeuren, want op basis van deze prijs worden onder meer de lijfrente en de registratierechten berekend.
De hoogte van het boeket hangt vooral samen met de leeftijd van de verkoper en wordt onderling vastgelegd. Hoe ouder de verkoper is, hoe hoger het voorschot zal zijn (doorgaans tussen 10% en 20%).
Ga je voor een formule met vruchtgebruik, dan zal de prijs lager liggen. De verkoper heeft dan immers het voordeel dat hij er kan blijven wonen. De maandelijkse rente kan in de praktijk meer dan de helft lager liggen bij een formule in volle eigendom.
Kies je voor een formule met onbepaalde duur, dan zal de leeftijd van de verkoper wegen op de hoogte van de maandelijkse rente. Is de verkoper 75 jaar, dan is het logisch dat de rentebetalingen hoger zullen zijn dan wanneer hij 55 jaar is.
Gaan koper en verkoper voor indexatie? Dan zal de maandelijkse rente bij de start lager liggen dan wanneer niet gekozen wordt voor indexatie. De wijze van indexatie wordt door de partijen vrij bepaald (gezondheidsindex, consumptieindex, ABEX-index ...).
De hoogte van de lijfrente is ook afhankelijk van het aantal verkopers. Een lijfrente kan op één hoofd worden afgesloten maar ook op twee hoofden. Bij twee hoofden zal de maandelijkse lijfrente lager zijn, omdat het risico dat beiden overlijden kleiner is dan dat één persoon sterft. Sterft één van twee verkopers, dan blijft de rente doorlopen tot het overlijden van de langstlevende of tot de afgesproken betalingstermijn verlopen is.
De levensverwachting is een cruciale factor voor de bepaling van de rente. De berekening gebeurt aan de hand van sterftetafels. Dat zijn officiële statistische tabellen die de levensverwachting van de verkoper weergeven op zijn of haar huidige leeftijd.
De prijs kan tot slot ook beïnvloed worden door afspraken rond onderhoud. Doorgaans betaalt de verkoper-vruchtgebruiker de gewone onderhoudskosten (schilderwerken, onderhoud verwarmingsinstallatie …) , terwijl de koper instaat voor de structurele kosten (nieuw dak, isolatiewerken, nieuwe keuken …). Maar andere afspraken zijn mogelijk, en die bepalen dan ook mee de hoogte van de rente.
De koper is registratierechten verschuldigd op de volledige waarde van de woning, en niet alleen op het boeket. De waarde van de woning wordt vastgelegd in de akte en de registratierechten worden in één keer betaald wanneer de akte is opgesteld. Hoe lang je lijfrente betaalt, heeft hier met andere woorden geen effect op.
Ontdek de tarieven, verminderingen en vrijstellingen voor Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Deze tarieven, verminderingen en vrijstellingen zijn - indien van toepassing - dezelfde als bij een gewone koop-verkoop.
De koper moet het gebouw verzekeren, en de verkoper-vruchtgebruiker verzekert zijn aansprakelijkheid als bewoner. Er kan ook een gemeenschappelijke polis worden opgesteld. Je kan het dus vergelijken met hoe een huurder en verhuurder een woningpolis afsluiten. De "huurder" is in dit geval de verkoper-vruchtgebruiker en de "verhuurder" is in dit geval de koper. Beide partijen kunnen elk een aparte polis afsluiten bij een verzekeraar naar keuze, of ze kunnen één gezamenlijke polis afsluiten.
Als de koper eerder overlijdt dan de verkoper, dan gaan de verplichtingen over naar de erfgenamen of rechtsopvolgers van de koper. Zij erven dus de woning maar ook de te betalen lijfrente.
Stel dat zij de lijfrente niet verder betalen, dan heeft dit dezelfde consequenties als bij de oorspronkelijke koper: de verkoper wordt dan opnieuw volle eigenaar. Als de erfgenaam de erfenis aanvaardt, dan aanvaardt hij ook alle lasten (je aanvaardt ofwel alles, ofwel niets). Als de erfgenaam de erfenis verwerpt, dan zal hij geen lijfrente betalen, maar wordt de verkoper wel opnieuw volle eigenaar.
Heb je een vraag voor ons? We bellen je graag op een ogenblik dat het je uitkomt.
Maak een afspraak