Lees het meest recente nieuws over dit topic:
In de loop van de volgende maanden laten we, met z’n allen aan onze overheid weten hoeveel inkomsten we hadden in 2014 en hoe we ze bekomen hebben.
De meesten onder ons doen dat ondertussen online, via taxonweb.be, anderen gebruiken liever het oude vertrouwde papieren document. De “Taxonweb-bers” hebben dit jaar nog de tijd tot 15 juli om hun aangifte online door te sturen, de “papierliefhebbers” kunnen tot 30 juni de brief per post terugbezorgen.
Naar goede gewoonte zijn er op het online formulier én op de papieren versie al heel wat rubrieken van de aangifte ingevuld. De overheid is immers al op de hoogte van bepaalde inkomsten - inkomsten van werk bijvoorbeeld.
Inkomsten uit spaardeposito’s zijn niet gekend bij de overheid, en kunnen dus niet op voorhand worden ingevuld. Dat moet je zelf nog doen. Je hoeft geen inkomsten aan te geven van termijnrekening of niet-gereglementeerde spaarrekeningen, omdat de bank vanaf de eerste cent 25% roerende voorheffing afhoudt van je interest
Maar wat moet je aangeven en hoe bereken je het?
Het basisprincipe is eenvoudig:
Per individu genieten we van 1 x 1880€ vrijstelling van roerende voorheffing voor spaarinkomsten (rente) in 2014. Spaargeld waarop nog geen roerende voorheffing werd ingehouden én dat boven die vrijstellingsdrempel uitkomt, dien je aan te geven.
Een voorbeeld:
Je hebt samen met je partner een gemeenschappelijke rekening, waarop je in 2014 in totaal 1600 € rente hebt ontvangen.
Daarnaast heb je een individuele spaarrekening die in 2014 1200€ rente opbracht. Jouw partner heeft individuele rekening waarop zij nog 2100 € rente ontving.
Jullie hebben beiden recht op vrijstelling van 1880€ per belastingplichtige. De banken hanteren die drempel echter op elke gereglementeerde spaarrekening. Op een gemeenschappelijke rekening hanteren ze het dubbele, dus 3760€ als drempel. Op interesten boven deze drempels wordt automatisch 15% roerende voorheffing ingehouden.
Concreet:
Je situatie (vakje op belastingbrief: 1151). Je ontving:
1. 1600 € interest van de gemeenschappelijke rekening, dus 800 € interest individueel. Hierop werd geen roerende voorheffing ingehouden.
2. 1200 € op individuele rekening: hierop werd eveneens geen roerende voorheffing ingehouden.
In het totaal kreeg je dus 2000 € interest, waarvan je het bedrag boven de drempel van 1880€, nl. 120€ dient aan te geven.
De situatie van je partner (vakje op belastingbrief 2151). Die ontving:
1. 1600 € interest van de gemeenschappelijke rekening, dus ook 800 € interest individueel. Hierop werd geen roerende voorheffing ingehouden.
2. 2100 € op de individuele rekening: er werd door de bank al roerende voorheffing ingehouden op de 220€ boven de drempel van 1880€.
In totaal ontving je partner dus 2900 € interest, waarvan hij/zij 800€ dient aan te geven: het deel waarop nog geen roerende voorheffing werd betaald.
Tip :
Voor assistentie bij het invullen van je belastingformulier kan je dagelijks terecht op
- telefoonnummer 0257 257 57,
-het contact center van de federale overheid
- of via andere kanalen
een overzicht kan je hier vinden.