Als slachtoffer van een fraudezaak moest Djennah Van Nieuwenhove het ooit weten te rooien met een budget van 50 euro per week. Vandaag leert en inspireert ze mensen om bewuster met geld om te gaan. Een goed gesprek met ‘Budget Brunette’.
Djennah (30) is budgetcoach, financieel trainer, auteur van Let’s talk money, docent budgetcoaching aan de avondschool en psycholoog in opleiding. Dat is ze allemaal niet toevallig geworden. Enkele jaren geleden werd ze het slachtoffer van een oplichter. Op korte tijd keek ze tegen een schuldenberg van 20.000 euro aan, zonder enige spaarbuffer te hebben. Ze krabbelde recht, werkte zeven dagen op zeven en loste haar schulden ondertussen helemaal af. Met Budget Brunette maakt ze het haar missie om geld voor iedereen een leuk en bespreekbaar onderwerp te maken.
“Een budgetcoach helpt mensen om bewuster en beter met geldzaken om te gaan”, vertelt Djennah. “Elke budgetcoach heeft natuurlijk z’n eigen stijl en aanpak. Een budget opstellen en opvolgen, leren hoe je beter het overzicht bewaart op inkomsten en uitgaven … dat is voor mij slechts een klein deel van het verhaal. Het ‘waarom’ is voor mij het fundament. Je kan wel een plan opstellen, cijfers in een Excel gieten, grafiekjes tekenen of tonen hoe je je papierwerk best organiseert zodat je geen betalingen mist: als je niet weet waarom je al jaren doet wat je doet, dan kom je niet tot bestendige gedragsverandering. Als budgetcoach ben je dus niet alleen met de cijfers en tabellen bezig, maar vooral met de mens en zijn of haar spaargedrag, bestedingsbedrag en andere relaties met geld.”
“Veel mensen denken dat een budgetcoach geld beheert en schulden helpt aanpakken. Dat doen we niet; dat is het werkterrein van bemiddelaars”, stipt Djennah aan. “We geven ook geen financieel advies. Een budgetcoach zal je dus niet vertellen dat je je geld best in studentenhuizen investeert of in technologieaandelen belegt.”
“Ja, dat kan zeker zinvol zijn. Er zijn mensen die ontzettend veel sparen omdat ze bepaalde angsten hebben, bijvoorbeeld omdat ze in armoede opgroeiden. Of mensen die heel zuinig leven, een fortuin hebben en zich ontzettend schuldig voelen als ze 50 euro uitgeven op restaurant”, vertelt Djennah. “Ik zie ook geregeld mensen die met de jaren een mooie carrière uitbouwden, ondertussen een royaal inkomen hebben, maar er niet in slagen om te sparen. Een budgetcoach is er dus niet alleen voor mensen die een spreekwoordelijk gat in hun handen hebben of die na een tegenslag de draad weer willen oppikken.”
“Sommige mensen worden doorverwezen, maar de meesten kloppen op eigen initiatief aan. Eerst verkennen we samen de situatie en wat de noden en verwachtingen zijn. Soms verwijs ik mensen meteen door, bijvoorbeeld naar een bemiddelaar, wanneer hun problematiek niet binnen mijn deontologisch kader past.”
“De meeste trajecten duren 3 tot 6 maanden; dat is vaak voldoende om gedrag op lange termijn blijvend te veranderen. Zelf bied ik groepssessies en individuele trajecten aan, en online materiaal. De eigenlijke invulling hangt natuurlijk volledig af van de situatie. Meer uit je geld halen is voor iedereen anders. Voor sommigen is dat meer leren uitgeven aan zichzelf en anderen, voor de meesten betekent het meer (be)sparen. We bekijken dan bijvoorbeeld waarom het niet lukt om te sparen, waar de prioriteiten liggen, verkennen hoe we dat gedrag kunnen veranderen en een betere balans vinden tussen uitgeven en sparen. Opnieuw: het ‘waarom’ is fundamenteel.”
“Hoe het traject zich ontrolt, hangt natuurlijk ook af van de mindset. Ik wil veranderen is helemaal anders dan Er moet iets veranderen (‘meer verdienen’, ‘minder kosten maken’, …). Het spreekt voor zich dat je met de eerste mindset meer kans maakt om sneller en op langere termijn te slagen.”
“Heel wat mensen hebben één spaarrekening voor ‘alles’. Dat kan voor sommigen perfect werken, maar de meesten hebben hierdoor veel minder hun zaakjes aan de pols. Ik raad klanten in regel aan om drie verschillende spaarrekeningen te hebben; eentje voor elk spaardoel.”
“De eerste is de noodspaarpot - voor als ´de wasmachine morgen stuk gaat’. De tweede is voor je jaarlijkse, te voorziene kosten (wegenbelasting, onroerende voorheffing, verzekeringen, onderhoud ketel, …). Je telt je jaarlijkse kosten op, deelt die door 12 en dan weet je hoeveel je maandelijks in dat potje moet aanvullen. De derde is de pot voor langetermijnsparen (pensioen, reizen, grote aankopen die je in de toekomst wil doen, …).”
“De vraag is dan: hoeveel spaar je best in die derde pot? 10% van je inkomsten? De 50-30-20-regel volgen (50% voor wat je nodig hebt, 30% voor wat je wil en 20% om te sparen)? Mijn antwoord is echter altijd hetzelfde: kijk wat mogelijk is voor jou. 10% is wellicht weinig als je 10.000 euro netto per maand verdient. Bedraagt je inkomen 1.000 euro, dan is 10% wellicht enorm veel.”
“Als je door je gedrag te wijzigen elke maand 200 of 300 euro extra overhoudt, dan heb je dat snel terugverdiend. En dan heb je hopelijk voor de rest van je leven een sneeuwbal in gang gezet. Bij mij kost een groepstraject 500 euro en een individueel traject 1.200 euro. Of dat duur is? Dat hangt ervan af of je er iets mee doet. Vergelijk het met een fitnessabonnement, met dat verschil dat je er niet elke maand voor blijft betalen. Als je je fitnessabonnement niet gebruikt, dan haal je het er ook niet uit.”
“Prioriteiten stellen. Het is niet sexy om te sparen. Het is niet sexy om op je 30e, 40e of 50e af te vragen of je later genoeg zal hebben, of dat er ook voor jou later nog een wettelijk pensioen zal zijn. Maar sexy of niet: je moet iets aan de kant hebben. Want de dure vakantie, mooie kledij en snelle auto van vandaag: daar kan je niet van eten als je 80 bent”, glimlacht Djennah. “De toekomst voelt veel comfortabeler aan als je er nu werkt van maakt.”